Korenmolen

'De Vier Winden'

1850, W.C Nakken, 'Gezicht op Scheveningen', Penseeltekening.HGA-PT-A36 Collectie Haags Gemeentearchief

Het meest opvallende gebouw van het gehucht Wittebrug was ongetwijfeld de grote korenmolen, de Vier Winden; al van verre te zien. Het gaat om een stellingmolen: een molen waarvan de wieken worden getuigd vanaf een hoge omloop (stelling) met daaronder een grote bergplaats, die tevens zorgt voor extra hoogte hetgeen de windvang ten goede komt.

De molen werd gesticht in 1850 maar ging al in 1873 door brand verloren. De ruïne werd pas opgeruimd in 1888 toen de grond nodig was voor de aanleg van de Nieuwe Parklaan en de stichting van het nieuwe villapark: het Wittebrugpark.

Ten behoeve van de navigatie is deze pagina ingedeeld in enkele secties:

De molen in het Kadaster

Ieteke Kapteijn deed onderzoek in het Kadaster naar het levensverhaal van de molen. Hier volgt het relaas van haar bevindingen.

De Vier Winden was een initiatief van meester-metselaar Pieter Schroot die daartoe in 1848 bij de Witte Brug een fors stuk grond van 37 are had gepacht van de Gemeente. Omstreeks 1850 wordt de stichting van de molen door het Kadaster geregistreerd in Sectie A met drie perceelnummers:

  • 4128 (erf)
  • 4129 (korenmolen)
  • 4130 (bergplaats)

In 1857/1858 wordt de molen, samen met de erfpachtsrechten, verkocht aan Petrus Paulus Burgerman. Daarna blijft het stil in het Kadaster tot op 20 maart 1873 uit een simpele aantekening blijkt: 'de korenmolen is afgebrand'.

De brand wordt niet alleen gesignaleerd door het Kadaster; Herman Breusers vond in het jaarverslag van de Gemeente over 1873 de volgende kanttekening: 'Slechts zeven branden hebben wij in het geheele jaar te vermelden, waarvan de volgende van minder of meer beteekenis waren: ...op 20 maart in den korenmolen De vier winden aan het Kanaal, die geheel is uitgebrand. Door de spuit van de Grenadiers en Jagers en de stoombrandspuit werd daarbij dienst gedaan.  ....'.

Burgerman blijkt niet van zins de molen te gaan herbouwen en verkoopt in 1874 zijn rechten aan nazaten van Pieter Schroot (de initiatiefnemer uit 1848); zowel de grond als 'wat zich daarop nog mocht bevinden van een afgebrande molen'. Tenslotte, in 1882, wordt Abraham van Stolk de laatste eigenaar die echter in 1888 afstand doet 'door vervallen van de erfpachtsrechten'. Met name de transactie van 1882 lijkt geïnspireerd door speculatie, in het zicht van veranderende bestemmingen: de Gemeente wil hier een Nieuw Park (lees: villapark) stichten dat zal worden ontsloten door de Nieuwe Parklaan.

Wijkbeschrijving en 'Ons Oude Buurtje'.

In de wijkbeschrijving van de Gemeente blijft de episode van de molen beperkt tot het slopen van de ruïne in 1888/1889:

'Voor de aanleg van het villaparkje Wittebrug moesten de ruïne van de afgebrande korenmolen 'De Vier Winden' en een bierbrouwerij worden gesloopt'.

De kroniekschrijver van Wittebrug, Willem van Noord, is nauwelijks informatiever en even zwijgzaam t.a.v. de stichtingsdatum van de molen en de datum van de brand. Wel geeft Van Noord in 'Ons Oude Buurtje' een gedetailleerd en kleurrijk verslag van de brand en een summiere duiding van de locatie van de molen-ruïne:

'naast de brug, ongeveer op de plek die nu loswal is'.

Kartografie 1

Het toenmalige kadasternummer is weliswaar bekend maar de levering van de kartografische gegevens van het terrein blijkt voor het Kadaster te hoog gegrepen. Gelukkig bestaat er een gedetailleerde kaart uit 1872, vervaardigd door F. Verstijnen, 'landmeter bij het Kadaster', waarop de locatie van de molen staat aangegeven.

Hiernaast een fragment van deze kaart (HGA-KP-079). Wat direct opvalt is dat de derde boogbrug (= de huidige brug) weliswaar veel breder is dan de houten pijlerbrug maar dat de brug in 1950 is herbouwd op de plaats van de oorspronkelijke houten pijlerbrug.

De positie van de molen op de kaart uit 1872 is op de kaart uit 1954 gemarkeerd door plaatsing van een blauwe stip. De blauwe stip staat nagenoeg op de erfscheiding tussen de villa Nieuwe Parklaan 1 en het toenmalige Hotel Wittebrug (nu: het appartementencomplex 'Résidence Koninginnebrug'), waar deze erfscheiding de ventweg bereikt.

Alexine Tinne, 1860

Eind 2012 kwam de molen onverwacht weer in de belangstelling door een tentoonstelling in het Haags Historisch Museum met unieke foto's uit het familiearchief van de familie Tinne.

Voor deze website was de foto van de Witte Brug en de korenmolen 'de Vier Winden' het glansstuk van de tentoonstelling. De foto werd in 1860 gemaakt door Alexine Tinne (1835-1869). Lees meer over Alexine en de vroege dagen van de fotografie elders op deze website.

Bovenstaande vergroting is ontleend aan onderstaande foto waarop, naast de molen, ook de Witte Brug staat afgebeeld:

Alexine Tinne, 1860: HGA-F-001312694, collectie Haags Gemeentearchief

De foto is niet alleen een subliem plaatje maar biedt ook aanknopingspunten om meer over afmetingen van de molen te weten te komen.

Kartografie 2

In 'Kartografie 1' werd informatie van twee kaarten (1872 en 1954) gecombineerd om de locatie van de verdwenen molen naar de huidige bebwouwing te transformeren. We gaan nu een stap verder door dit resultaat te integreren met de combinatie van de foto uit 1860 en de actuele presentatie van het gebied in Google Maps (opname 2008, nog zonder de huidige rotonde). E.e.a. met de bedoeling 3D informatie van de foto te expliciteren. Helaas is de foto niet gezegend met veel bruikbare 3D informatie; verre objecten houden zich schuil achter de duinen. En de kaart van 1872 is ook niet erg behulpzaam om 'een brug te slaan': het landschap op de voorgrond van de foto uit 1860 is in de periode tot 1872 visueel nogal veranderd; 'De Goede Aanleg' werd in die periode gesloopt en vervangen door de Kanaalvilla. We moeten ons behelpen met de ondiepe 3D informatie van het pijlerpatroon onder de brug en de zichtlijn naar de molen die samenvalt met de zichtlijn naar het oostelijke landhoofd.

Zichtlijnen van drie objecten (blauwe stippen), geprojecteerd in Google Maps:

pijler: de gunstigste pijler van de zestien 'waterpijlers'.

molen: de locatie van de molen op basis van 'Kartografie 1'.

landhoofd: het oostelijke landhoofd in het vlak van het brugdek.

De zichtlijnen definiëren de locatie van de camera.

Bovenstaande afbeelding met de zichtlijnen is een schematische illustratie van de transformaties die in werkelijkheid met meer precisie numeriek zijn uitgevoerd door gebruik te maken van de coördinaten. In onderstaande tabel zijn de coördinaten van de objecten samengevat en zijn de berekende afstanden tot de camera vermeld:

* RWB32: de locatie in Residence Witte Brug waar het gebouw het hoogste is.

Het aantal plustekens in de kolom 'kwaliteit' is een globale indicatie van de betrouwbaarheid van de coordinaten.

De molen en de duimstok.

Welke afmetingen had de molen die in 1860 werd gefotografeerd? Hiervan is geen concrete documentatie bekend maar de foto van Alexine kan ons helpen. Echter, niet zonder hulp van andere objecten op de foto. De pijlerbrug is de voor de hand liggende hulpbron die ons ook al op weg heeft geholpen om de camerapositie en enkele afstanden te bepalen. Verondersteld is dat enkele kenmerken van de huidige (2013) situatie niet zijn veranderd t.o.v. 1860:

  • de wijdte van het Kanaal onder de brug (15.5 meter),
  • de hoogte van het wegdek boven het Kanaal (4.9 meter).

Op basis van de afstanden van de molen en het landhoofd tot de camera kan nu de belangrijkste molenparameter worden bepaald: de vlucht (de vlucht is de diameter van de cirkel die door de draaiende wieken wordt beschreven). De vlucht van de berekende molen op de Verstijnen-locatie blijkt ca. 25 meter te moeten zijn, met een geschatte onzekerheid van plusminus 5 meter.

Is een vlucht van ca. 25 meter plausibel, bijv. bestaan zulke molens ook echt? Jazeker: in molenland is het een modale waarde. Van de 11 bestaande zuidhollandse stellingmolens die als korenmolen in de periode 1840-1860 werden gebouwd loopt de vlucht uiteen van 20.5 meter tot 26.3 meter (gegevens ontleend aan de 'Molendatabase van werkende molens in Nederland'). M.a.w., de berekende molen was in zijn tijd geen onwaarschijnlijk buitenbeentje dat binnen de lijnen gebracht moet worden door verder geknutsel aan de basisgegevens. Deze constatering geeft steun aan een meer algemene conclusie: de transformatie van de foto naar de plattegrond van Google Maps heeft, ondanks onvermijdelijke onzekerheden, niet tot storende inconsistenties geleid. Dit lijkt een wel heel voorzichtige conclusie maar is in een omgeving met weinig concrete 3D informatie normaal.

Op basis van de berekende vlucht van ca. 25 meter zal de hoogte van de stelling op de foto ongeveer 12 meter geweest zijn. De totale hoogte van de molen komt daardoor nominaal op 37 meter, zeg 30-40 meter. Om de gedachte te bepalen: dat is van dezelfde orde als de huidige 'topper' van het Wittebrugpark, 'Résidence Witte Brug'. De diameter van de molen ter hoogte van het maaiveld zal ongeveer 11 meter zijn geweest. Echter, wat zich laag op het molenterrein afspeelt is op de foto van Alexine niet met zekerheid vast te stellen.

1860 - 2014

Korenmolens zijn grotendeels uit het landschap verdwenen. Waar ze nog bestaan als majestueus ornament worden ze zorgzaam onderhouden of gereconstrueerd, zoals in Zoetermeer. 'Onze' molen leeft vooral voort dank zij de unieke foto van Alexine Tinne die ons in staat stelt tot een virtuele reconstructie van het landschap anno 2014, gezien vanaf de tramhalte Madurodam aan de Koninginnegracht:

2014: virtuele reconstructie van de molen. Om het resultaat zichtbaar te maken vanuit de camerapositie van 1860 moesten veel takken worden 'weggezaagd' en moest zelfs de monumentale beuk bij de rotonde worden 'gekapt'. Links Résidence Witte Brug, rechts Résidence Koninginnebrug.