Hotel Wittebrug

De bierbrouwerij

De akte van uitgifte van de brouwerij “Het Anker”, die aanvankelijk “Pruisische Adelaar” heette, dateert uit 1835. Deze brouwerij stond op de plek waar later Hotel Wittebrug zou komen. [1].

De bierbrouwerij komt voor op de kaart van S.W. van Noorda uit 1839. Op kaarten uit 1872 (HGA-KP-079) en 1881 (door B. Reinders) is de bierbrouwerij “het anker” aangegeven. Blijkens deze kaarten ligt de brouwerij dan op het gebied van de gemeente Wassenaar. In het verslag van de zitting van de gemeenteraad van ’s-Gravenhage van 24 juni 1881 (pag. 67) wordt in het kader van de discussie over de wijziging van de grens met Wassenaar gesproken over de Bierbrouwerij het Anker. Deze grenswijziging is vastgelegd bij Wet van 24 april 1884 (Staatsblad no 64 van 1884) en ging in per 1 mei 1885.

Als eigenaar van de brouwerij wordt meestal de heer van Dijk genoemd [1]. In een kadastraal uittreksel uit 1884 staat Anthonius Hendrikus van Dijk, bierbrouwer, vermeld als erfpachter van perceel nr. 1700, groot 377 centiare. De grond was toen eigendom van de gemeente ’s-Gravenhage.

Bierbrouwerij en hotel in 1885 (HGA-F-50550)

Het eerste hotel Wittebrug

Daar de molen een geliefd eindpunt van de wandelaars uit de stad was, en zij graag gelaafd wilden worden, besloot de heer van Dijk een koffiehuis op zijn erf neer te zetten. In 1885 kwam dit er: zeven kamers met een koffiekamer en een biljartzaal. Het was er altijd vol, zodat er al spoedig om vergroting gevraagd werd. Van Dijk kreeg hulp van zijn 2 nichtjes Lempers. In 1888 werd de brouwerij afgebroken en ging men zich geheel toeleggen op het hotelbedrijf. [1]

Maatschappij tot Exploitatie van Terreinen en het Hotel de Wittebrug

Deze vennootschap werd opgericht door de heren Anthonius Hendricus van Dijk, Mr. Johannes Coenraad van Eijk, Justinus Jacob Leonard Heldring, Willem Jacob van Hoytema, Walter John Huet, en Petrus Josephus de Sonneville en op 30 mei 1890 geregistreerd.

Doelstelling van de vennootschap was:

  1. De exploitatie van de terreinen gelegen in het Nieuwe Park, aangelegd tussen den Nieuwen Badhuisweg en het Kanaal te ’s-Gravenhage, hetzij door daarop villa’s of woonhuizen te bouwen, dan wel deze terreinen perceelsgewijze van de hand te zetten.
  2. de exploitatie van het hôtel en café de Wittebrug, gelegen in voornoemd park aan den Nieuwen Badhuisweg.

Het kapitaal was 350,000 gulden, verdeeld in 300 aandelen van 1000 gulden, 50 aandelen van 500 gulden en 100 aandelen van 150 gulden. De heer van Dijk kreeg 216 aandelen van 1000 gulden en 1 aandeel van 250 gulden voor zijn inbreng van het “Hotel de Wittebrug” (met inventaris), een bierbrouwerij met woning en loods en de daarbij behorende percelen, vier woningen en nog wat ander percelen. Een deel van deze percelen was in 1888 door de gemeente ’s-Gravenhage verkocht aan de heer Abraham van Stolk. De overige aandelen werden gekocht door de oprichters en hun firma’s.

De akte voorziet ook in de benoeming van een directeur, een Raad van Commissarissen en een Hoofdadministrateur. De heer Huet wordt benoemd tot Directeur, de heer van Dijk tot Hoofdadministrateur, de overige oprichters tot commissaris.

Uitbreiding hotel Wittebrug 1890 - 1891

In 1890 werd, naar een ontwerp en onder leiding van de architect Joh. Mutters Jr. het hotel aanzienlijk uitgebreid in de richting van de Nieuwe Parklaan. Het resultaat was een hotel met de uitstraling van een chalet, waarin het eerste hotel (op de hoek van de Badhuisweg en de Van Lennepweg) werd geïntegreerd. Aan de zijde van de van Lennepweg werd ook een grote zaal met bovenverdieping bijgebouwd.

Nieuwe Parklaan, ca. 1900
Badhuisweg, 1905
Van Lennepweg, 1905 (oud gedeelte)

Uit de stukken m.b.t. tot de bouw, die in het HGA aanwezig [4] zijn blijkt dat het hotel is gebouwd door de aannemer J. Lorrie, onder regie van de hoteldirectie (de heer Huet) en de architect. Alle rekeningen van toeleveranciers werden rechtstreeks betaald. Voorbeelden zijn de gietijzeren kolommen van de firma Enthoven, zinken spuwers van de firma Braat en de serviezen van de firma Hoyng. Bij de beplanting worden o.a. genoemd 30 iepen voor ƒ 51 en ƒ 100 bolbegonia's voor ƒ 20.

Het nieuwe Hotel-Café-Restaurant werd op 7 juli 1891 geopend, Hierover werd geschreven: “een in rustieke stijl opgetrokken gebouw met veranda’s, loggia’s, heerlijk terras, keurig geornamenteerde gevel en een lieve voortuin …. een schilderachtig lieve indruk”!

Dit hotel bezat ongeveer 50 kamers en salons. Na de uitbreiding werd een van de nichtjes Lempers tot directrice benoemd. Zij kreeg assistentie van de heer Roozen, destijds werkzaam in een van de grootste hotels aan de Rivièra. De heer Roozen werd, na het voorgenomen huwelijk van de directrice, nichtje Lempers, in 1904 tot directeur was benoemd. De heer van Dijk was in 1902 gestorven. [4].

Verbouwing hotel 1910 - 1911

In 1910 en 1911 werd het hotel, onder leiding van de heer A. Jacot [6], opnieuw verbouwd en van alle moderne gemakken voorzien, waarbij veel van de “rustieke stijlelementen” verdwenen. Onderstaande foto’s staan in de Wereldkroniek van 6 juli 1912.

Nieuwe Parklaan, 1912
Binnenplaats
Centrale hal
Bijkeuken

Vanwege de gunstige ligging aan spoor en electrische tram en "het genot eener kalme, landelijke omgeving, wordt het Hotel meer en meer als winterverblijf gezocht door logés, die voor een langer oponthoud te ’s-Hage in het Hotel Witte Brug een pied á terre wenschen". Het hotel werd ook geschikt geacht voor vergaderingen en feesten. In de Wereldkroniek van 6 juli 1912 werd hoog opgegeven van het feit dat "vele kamers voorzien zijn van een salon en badkamer, en dat in het nieuwe gedeelte overal vaste waschtafels met warm en koud water zijn aangebracht."

Verbouwing hotel 1937 - 1938

De architect Co Brandes ontwierp in 1937 de markante uitbouw op de hoek van de Nieuwe Parklaan en de Badhuisweg. Hij sloot in hoofdlijnen aan bij de bebouwing uit 1910. Dank zij de gunstige ligging op de hoek Nieuwe Parklaan/Badhuisweg kon hij de nieuwbouw als paviljoen ver naar voren laten treden. De uitbreiding fungeert dan ook als blikvanger van het hotel. Door toepassing van decoratieve hekwerken trachtte Co Brandes qua sfeer aansluiting te vinden bij het bestaande [7,8]. Een voorbeeld van deze hekwerken is nog te vinden in de balkons van de woningen aan de Nieuwe Parklaan 1-5.

De nieuwe vleugel wordt op 28 mei 1938 met een gala-avond geopend. De oorlogsdreiging en de slechte economische toestand blijken uit de uitnodiging voor de opening, waarin wordt gemeld dat “voor de bezichtiging van de ondergrondse schuilkelders wordt een kleine entree ten bate van T.I.B.O. geheven." (TIBO is de vereniging 'Tegemoetkoming in Bijzondere Omstandigheden', die zich inzet voor Hagenaars die in kommervolle omstandigheden verkeren).

Hotel Wittebrug ca. 1960

Naoorlogse periode en sluiting van het hotel

In de vijftiger jaren wordt de hoofdingang verbouwd. Rechts daarvan was de woning van de heer Roozen, met de ingang aan de van Lennepweg nr. 2. Directeur Meyer woonde later op de van Lennepweg nr. 4. Het hotel wordt in november 1972 gesloten door de hoger wordende exploitatieverliezen. De inventaris werd op 18 juni 1973 en volgende dagen verkocht.

Op 15 november 1973 wordt het hotel door de laatste commissaris (de firma Luctor Holding uit Zwitserland) voor ƒ 4,5 miljoen verkocht aan de firma Artesco in Zwitserland. Het wordt dezelfde dag voor ƒ 6,6 miljoen doorverkocht aan de firma Galliford Development uit Amsterdam. Op 16 april 1974 wordt het hotel, samen met de herenhuizen aan de van Lennepweg 4 en 6 en aan de Nieuwe Parklaan 1, 3 en 5 voor ƒ 9,7 miljoen aan de Staat der Nederlanden verkocht.

In het gebouw worden het Instituut voor Sociale Studiën (ISS) en NUFFIC gevestigd. Na het vertrek van deze instellingen naar de Kortenaerkade in augustus 1993 bleef het gebouw leeg tot de afbraak in 1995. Het hotelgebouw en de woningen aan de Nieuweparklaan 1,3 en 5 en aan de van Lennepweg 4 en 6 werden op 17 november 1993 voor ƒ 4,35 miljoen door Domeinen aan ISS en NUFFIC verkocht en gelijk voor hetzelfde bedrag aan Boele & van Eesteren doorverkocht.¹

Koninginnebrug (vanaf 1996)

Het gebouw komt in handen van Huberthof bv, waarin Boele & van Eesteren en Bohemen Vastgoedontwikkeling participeren. Na intensieve inspraak van de buurtbewoners wordt besloten tot een ontwerp van het architectenbureau Kuipers voor een U-vormig gebouw, waarin 53 appartementen en een parkeergarage een plaats krijgen. Omdat de naam "Witte Brug" al was ingenomen door de overburen, werd door de bewoners besloten het complex aan de Plesmanweg 20 - 136 de naam "Koninginnebrug", de oorspronkelijke naam voor de Witte Brug, te geven.

Koninginnebrug (foto Boele & van Eesteren)
Binnentuin

¹Over deze 'windhandel' verscheen een uitvoerig artikel in Vrij Nederland, 27 augustus 1977 (info van H. Koning, via webmaster)

REFERENTIES

  1. M.A. Hofdijk-Enklaar. (1996). Honderd jaar van Lennepweg. 1896 - 1996
  2. W. van Noord (1967). Ons oude buurtje. Jaarboek 1967 Vereniging Die Haghe, pp. 131 - 176.
  3. Kees Stal (1998). Den Haag in kaart gebracht. 750 jaar groei in plattegronden uit het Gemeentearchief. Sdu Uitgevers, Den Haag.
  4. HGA 0843-01 Fragmentarchieven. nr 20 Mij tot Exploitatie Hotel De Witte Brug 1890 - 1901.
  5. Moderne hotels. Wereldkroniek, Nr 14, 6 juli 1912, pp. 216 - 218.
  6. G. Schueler (1916). A. Jacot, Architect - Amsterdam. Villa's, woonhuizen, winkelgebouwen, kantoren - hotels, tentoonstellingen. Bussum.
  7. V. Freijser (1985). Co Brandes en de ‘Nieuwe Haagse School’. Jaarboek 1985 Vereniging Die Haghe, pp. 143 - 191.
  8. HGA Archief Co Brandes. Inv. nr. 274 (bevat een aantal ontwerptekeningen).

gepubliceerd 15-12-2005