De Brug

De Witte Brug in vogelvlucht

Omstreeks 1830 kwam ons gebied tot leven. Tot dan was het grotendeels een ongerept duinterrein, van Scheveningen tot Den Haag. Maar binnen een tijdsbestek van enkele jaren kwamen ingrijpende ontwikkelingen in beeld:

  • De opening van het Gemeentelijke Badhuis (het latere Kurhaus) in 1828.
  • In 1825 werd begonnen met de aanleg van het Kanaal naar Scheveningen.
  • De bouw (1834) van de witgeverfde houten Koninginnebrug over het Kanaal, waarmee de Weg naar het Badhuis (de latere Badhuisweg)werd aangesloten op de Koninginnegracht. In de volksmond werd al snel gesproken over de Witte Brug.
  • De ontwikkeling van een bescheiden gebied bij de brug voor wonen en economische activiteiten (bierbrouwerij, korenmolen, café): het gehucht Wittebrug.

In 1889, een halve eeuw later, zouden deze ontwikkelingen culmineren in de aanleg van de Nieuwe Parklaan, de wegbereider van het Wittebrugpark.

In de geschiedenis van de brug kunnen vijf perioden worden onderscheiden:

De houten pijlerbrug (1834-1873)

1840

1855

1860

1867

1873

Klik op een afbeelding voor een vergroting en een beschrijving.

Dit is de 'oerbrug' met de hoge gesloten brugleuningen. De brug werd geopend in 1833, nadat korte tijd een vlotbrug had dienst gedaan.

De eerste boogbrug (1873-1905)

1890

1898

1902

1905

Klik op een afbeelding voor een vergroting en een beschrijving.

In 1873 werd de houten pijlerbrug vervangen door een boogbrug met ijzeren frame en (opnieuw) een houten wegdek.

commentaar van Rob de Jong (Dunea):
De tweede Wittebrug uit 1873 is van hetzelfde jaartal als die van de oprichting van de 
Duinwaterleiding van ’s-Gravenhage. Ook de Pompstationsweg is van die tijd.
Mogelijk bestond er een noodzaak voor een 'zwaardere' brug voor de verkeersafwikkeling naar het pompstation. Nabij de Wittebrug had de D.W.L. een buizenopslag sedert het begin van haar bestaan. Materialen werden per schip aangevoerd door het Kanaal. Vandaar per paard en wagen naar het pompstation of direct de stad in. Waarschijnlijk werden de kolen voor de stoompompen ook langs die weg aangevoerd.

N.a.v. dit commentaar is aanvullend onderzoek gedaan in het Gemeentearchief.

Gemeentejaarverslag van 1873:
De brug over het Kanaal in den Badweg, genaamd de Koninginnebrug, wier voorgenomen herstelling in het vorig jaar werd uitgesteld, omdat men het oog had op eene gehele vernieuwing, werd afgebroken en volgens een gewijzigd plan en met een bredere doorvaart 
weder opgebouwd. De kosten van dit werk werden gedeeltelijk bestreden uit de gelden voor den aanleg der duinwaterleiding, omdat de vernieuwing der brug ook geschiedde met het oog op de behoefte om de hoofdbuis der waterleiding aan de brug te bevestigen.

De tweede boogbrug (1905-1943)

1906

1906

1907

1930

Klik op een afbeelding voor een vergroting en een beschrijving.

Rond 1905 werd de behoefte aan een bredere brug urgent. In 1904 was de tramverbinding over de Nieuwe Parklaan 'onder de draad' gegaan: lees: de misère met de accutram was in 1904 met de aanleg van de bovenleiding en met nieuwe tramstellen verleden tijd geworden en de tram had een eigentijdse brug nodig. De zaak werd fors aangepakt zoals o.a. blijkt uit het 'Verslag van de Toestand der Gemeente 's-Gravenhage over 1905' aan de Gemeenteraad:

...De Koninginnebrug, waar een steenen boogbrug van 16 M. in aanbouw is ter vervanging van de bestaande houten brug van 8 M. breedte; ter voorziening in het verkeer gedurende den bouw is aldaar een houten hulpbrug gemaakt.

De 'bevrijdingsbrug' (1945-1950)

1945a

1945b

1946

1947

1949a

1949b

1949c

Klik op een afbeelding voor een vergroting en een beschrijving.

In 1943 werd de tweede boogbrug op last van de Duitse bezetter afgebroken. Langs het Kanaal en de Waterpartij verschenen de gehate 'drakentanden': zwaar verankerde betonnen obstakels die samen met het kanaal als tankversperring moesten dienen. Al snel na de bevrijding werd, vlak naast de afgebroken brug en schuin over het Kanaal, een degelijke tijdelijke brug gebouwd waardoor ook het tramverkeer weer kon worden hervat. Het fotoverhaal op deze website illustreert dat de herbouw van de definitieve brug pas in 1950 werd voltooid.

commentaar van Rob de Jong (Dunea):
mogelijk heeft de schuine richting van de Bevrijdingsbrug te maken met de ligging van een zinkerleiding van Dunea.

De derde boogbrug, 1950-heden

1950

1953

Klik op een afbeelding voor een vergroting en een beschrijving.

Eindelijk is het zover: in 1950 verschijnt de huidige brug als derde boogbrug op het toneel. Wederom een gemetselde brug, recht over het Kanaal. En ook weer gebruikt voor tramverkeer. Maar niet lang: vanaf 1968 rijdt de tram over een afzonderlijke nieuwgebouwde trambrug. Waarmee een eind komt aan de scherpe bochten die de tram moest nemen bij het passeren van de brug.

In 2011 leidde voortschrijdend inzicht er toe dat een ander heilig huisje kon worden opgeruimd. Het verkeer op de kruising Plesmanweg/Nieuwe Parklaan, sinds mensenheugenis geregeld met verkeerslichten, bleek ook goed (misschien zelfs beter) te functioneren zonder deze lastposten door de simpele plaatsing van een rotonde.