Badhuisweg
Ieteke Kapteyn-Streef: 'Dennehove', Badhuisweg 141-163 (1938-1939)
Oorspronkelijk luisterde de huidige Badhuisweg naar de naam '(Nieuwe)Weg naar het Badhuis' of 'Nieuwe Scheveninsche Weg'; de naam 'Badhuisweg' was in gebruik bij de latere Gevers Deynootweg.
De huidige Badhuisweg is de oudste straatweg in het Wittebrugpark en gedurende de eerste zestig jaar van zijn bestaan tevens de enige. Aan de badgasten bood de nieuwe weg, na het gereed komen van de Koninginnebrug (de Witte Brug) vanaf 1833 een aantrekkelijk alternatief voor de Scheveningse weg: snel en recht naar het doel, het gemeentelijke Badhuis (op de plek van het latere Kurhaus). De gemeente bouwde daarmee voort op het succesrijke initiatief van de ondernemende reder Jacob Pronk die in 1818 het spits had afgebeten.
Het verkeer naar en van Scheveningen (paardentram, stoomtram; later de Blauwe Tram) had de Badhuisweg al snel ontdekt die vanaf 1890 concurrentie kreeg van de accutram op de Nieuwe Parklaan. De stoomtram en later de Blauwe Tram bleven echter trouw aan de Badhuisweg. Hierboven (ca. 1905), komende van de Raamweg, passeert de stoomtram de beide wachthuisjes op de Badhuisweg tegenover de van Lennepweg. De wachtende dame kijkt in de richting van de tram die uit Scheveningen moet komen.