Kerkhoflaan

Een wandeling naar de Kerkhoflaan

Bewoners van het Wittebrugpark kennen de Kerkhoflaan vooral als de onvermijdbare kruising, op weg naar de winkels in de Bankastraat; de beide kerkhoven blijven daarbij echter buiten beeld: links, de Gemeentelijke Begraafplaats (tot 1991 'Algemene Begraafplaats') en rechts, de R.K. begraafplaats 'St. Petrus Banden'. Op deze webpagina krijgen ze wandel-aandacht.

Het Wittebrugpark en de Kerkhoflaan zijn met elkaar verbonden door de 'dr Aletta Jacobsweg', een wandeling van nog geen kilometer. Lang genoeg om even stil te staan bij de geschiedenis van Aletta Jacobs (1854-1929), het meisje uit Sappemeer dat als eerste vrouw werd toegelaten tot de HBS om vervolgens als eerste vrouw af te studeren aan een Nederlandse universiteit. Zij was de eerste vrouwelijke arts en de eerste vrouw die de doctorsgraad ontving. Vooral de toelating tot de universiteit veroorzaakte veel beroering en vereiste de persoonlijke interventie van minister-president Thorbecke (1798-1872), slechts enkele dagen voor zijn dood.

Deze overpeinzing brengt ons naar de Kerkhoflaan en de Gemeentelijke Begraafplaats, waar Thorbecke is begraven.

De Gemeentelijke Begraafplaats

Dit kerkhof is, evenals de naburige Katholieke Begraafplaats, gesticht in 1830 in het uitgestrekte duingebied tussen Den Haag en Scheveningen, aan de rand van de Scheveningse Bosjes. Van de Archipelbuurt was in die tijd nog geen sprake; Den Haag, als stad, hield op bij de Mauritskade.

Het jaartal 1830 markeert ook de opmaat naar de Belgische opstand en afscheiding die in 1832 leidde tot de overgave van de Citadel van Antwerpen aan het Franse interventieleger; het monument 'de Citadel van Antwerpen' uit 1834, dicht bij de aula op het kerkhof, herinnert aan deze dramatische gebeurtenis.

In de Wikipedia wordt aandacht gevraagd voor 'bekende namen' van personen die hier zijn begraven. Uit deze lijst zijn vier politici van uiteenlopende signatuur geselecteerd voor een korte beschouwing:

  • Gijsbert Karel van Hogendorp, 1762-1834; 'orangist-liberaal'
  • Johan Rudoph Thorbecke, 1798-1872; 'liberaal'
  • Pieter Jelles Troelstra, 1860-1930; 'socialist'
  • Hendrikus Colijn, 1869-1944; 'confessioneel'

Gijsbert Karel van Hogendorp, ooit pensionaris van Rotterdam, was een toonaangevend lid van het 'Driemanschap' van notabelen dat zich in 1813, na het overhaaste vertrek van het Franse bestuursapparaat, bij proclamatie opwierp als 'Voorlopig Bewind'. Het Voorlopig Bewind liet er geen gras over groeien: prins Willem Frederik (1772-1843), zoon van de laatste stadhouder Willem V, werd uitgenodigd als 'Soeverein Vorst van de Verenigde Nederlanden' naar Nederland te komen. Daar ontpopte hij zich als de autocratische gezagsdrager die zich in 1815 liet uitroepen tot Koning Willem I.

Van Hogendorp slaagde er in de Koning te overtuigen dat deze een Grondwet nodig had waarin plaats moest zijn voor een parlement van Notabelen (de eerste Kamer) en een tweede Kamer van Burgers: de grondwet van 1815. Het was feitelijk een uitbreiding van de grondwet van 1814, noodzakelijk nadat de zuidelijke Nederlanden door het Congres van Wenen waren samengevoegd met de Noordelijke Nederlanden.

Van Hogendorp wordt wel beschouwd als (de) grondlegger van het Nederlandse staatsbestel. De Koning was hem daarvoor allerminst erkentelijk en werkte hem binnen enkele jaren naar de achtergrond.

Thorbecke's naam is, behalve als minister-president van drie kabinetten, vooral verbonden met een tweede belangrijke mijlpaal in de wordingsgeschedenis van de Nederlandse grondwet: de grondwet van 1848. Na een halve eeuw van staatkundige ontreddering en onrust, afgesloten door de erkenning van de Belgische afscheiding moest de grondwet van 1815 ingrijpend worden herzien. De feitelijke afscheiding was inmiddels al weer verleden tijd en de implicaties voor de grondwet waren dan ook niet omstreden.

Gevoeliger lag het met uitbreiding van de bevoegdheden van de Kamers, de onschendbaarheid van de Koning en de ministeriële verantwoordelijkheid. De Koning verzette zich tegen alles dat leek op een beperking van zijn invloed en een aanzet zou kunnen vormen naar een ceremonieel koningschap. Maar Thorbecke, intellectueel de meerdere van de Koning, was vasthoudend en slaagde er tenslotte in de Koning te overtuigen dat de grondwetswijziging de continuïteit van de monarchie ten goede zou komen. Daarbij speelde de revolutionaire onrust elders in Europa een grote rol.

Thorbecke overleed aan de gevolgen van een longontsteking in 1872, tijdens zijn derde ambtsperiode als minister-president.

Hendrik Colijn (1869-1944) maakte zijn opwachting in de vaderlandse politiek in het midden van de twintiger jaren, na een militaire (Nederlands Oost-Indië) en een zakelijke (BPM) loopbaan. Tijdens die laatste periode woonde hij van 1917 tot 1920 op het adres Nieuwe Parklaan 7. Colijn werd, als opvolger van Abraham Kuyper, de onbetwiste politieke leider van het gereformeerde volksdeel. Tot 1939 leidde de autocratische Colijn diverse kabinetten die het land door een diepe economische crisis moesten loodsen. Zijn recept was vergelijkbaar met de huidige aanpak: bezuinigen. Bezuinigen, niet alleen op de salarissen van ambtenaren en onderwijzers, maar ook op de sociale uitkeringen. In 1939 had hij zijn krediet verspeeld en trad een nieuwe ministersploeg aan waarin voor het eerst ook de socialisten meededen.

Al kort na het begin van de Duitse bezetting geraakte Colijn in de ban van de onoverwinnelijk lijkende Nazi's en deed verzoenende uitspraken, in woord en geschrift. Hij vervreemde van zijn eigen achterban maar ook de Duitse bezetters vertrouwden hem niet. In 1941 werd hij naar Duitsland verbannen. Een hotel in Ilmenau (Thüringen) werd zijn gedwongen verblijfplaats waar hij, samen met zijn vrouw, met rust werd gelaten. Hij overleed op 75-jarige leeftijd na een hartverlamming en werd in Ilmenau begraven. In 1947 werd hij herbegraven aan de Kerkhoflaan.

De kleurrijkste politicus die zijn laatste rustplaats vond op de Gemeentelijke Begraafplaats is waarschijnlijk Pieter Jelles Troelstra (1860-1930). Vanuit het anarchistische gedachtengoed van Domela Nieuwenhuis maakte hij de aanzet naar een meer moderne versie van het socialisme met de oprichting van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP), waarin uitdrukkelijk gestreefd werd naar aanwezigheid op het politieke speelveld: de Tweede Kamer. Dat vereiste uiteraard ook het aanvaarden van de bijbehorende democratische spelregels.

Troelstra ontpopte zich tot de welbespraakte en bezielende arbeidersleider die groot aanzien genoot in zijn partij maar die door de andere partijen met argwaan werd gevolgd. En in 1918 ging het mis. Geïnspireerd door de ontwikkelingen in Duitsland en Rusland riep de impulsieve Troelstra openlijk op tot revolutie, compleet met een ultimatum. En hij bediende zch daarbij van het vreesaanjagende revolutionnaire jargon dat uit het oosten was komen overwaaien: 'overdracht van de macht aan soldaten- en arbeidersraden'. Het geschrokken partijkader distancieerde zich alert maar voorzichtig van zijn uitspraken en hij zag zich gedwongen zijn 'vergissing' al na een paar dagen te betreuren. Maar het kwaad was geschied; tot 1939 bleek het genoeg om de SDAP uit te sluiten van regeringsdeelname. Binnen de partij werd zijn populariteit, ook na zijn 'vergissing', nog graag geëxploiteerd; pas in 1925 trad hij officieel terug.

Inmiddels was hij van de Haringkade verhuisd naar de Leuvensestraat waar hij zijn mémoires schreef; Troelstra overleed in 1930. De uitvaart bevestigde zijn ongebroken populariteit bij de aanhang. Er was sprake van 35.000 belangstellenden die gekomen waren om de leider de laatste eer te bewijzen. De rouwstoet trok over de Badhuisweg naar het Kerkhof waar de kist op een verhoging werd geplaatst voor een laatste défilé.

Wilt u een graf op de Gemeentelijke Begraafplaats bezoeken dan is de infozuil bij het begin van het kerkhof een eigentijdse en behulpzame gids. Het beeldscherm is aanraakgevoelig en moet soms worden opgepoetst met een papieren zakdoekje om de toetsen trefzeker bij de les te houden. Intoetsen van (een deel van) de familienaam van de overlevende activeert een printer die een plattegrond van het kerkhof produceert met een redelijk bruikbare grafische route naar het graf.

Een bezoek aan de naburige RK begraafplaats 'St Petrus Banden' wordt op soortgelijke wijze door een infozuil ondersteund. Zo vindt u o.a. het graf van Joseph Luns (1911-2002), voormalig minister van Buitenlandse Zaken (15 jaar) en Secretaris-Generaal van de NATO (14 jaar).


gepubliceerd 02-05-2009